Posts tonen met het label algemeen. Alle posts tonen
Posts tonen met het label algemeen. Alle posts tonen

dinsdag 9 juni 2009

Blogs, leuk, maar het kost te veel tijd...

"Douglas Quenqua reports in the NY Times that according to a 2008 survey only 7.4 million out of the 133 million blogs the company tracks had been updated in the past 120 days meaning that "95 percent of blogs being essentially abandoned, left to lie fallow on the Web, where they become public remnants of a dream — or at least an ambition — unfulfilled." Richard Jalichandra, chief executive of Technorati, said that at any given time there are 7 million to 10 million active blogs on the Internet, but it's probably between 50,000 and 100,000 blogs that are generating most of the page views. "There's a joke within the blogging community that most blogs have an audience of one." Many people who think blogging is a fast path to financial independence also find themselves discouraged. "I did some Craigslist postings to advertise it, and I very quickly got an audience of about 50,000 viewers a month," says Matt Goodman, an advertising executive in Atlanta who had no trouble attracting an audience to his site, Things My Dog Ate, leading to some small advertising deals. "I think I made about $20 from readers clicking on the ads.""

dinsdag 8 juli 2008

Honderd jaar Leiden koudste plaats op aarde

Honderd jaar geleden slaagde Heike Kamerlingh Onnes er als eerste in heliumgas vloeibaar te maken. Leiden werd daarmee de koudste plaats op aarde. Donderdag 10 juli wordt met de onthulling van een borstbeeld en de opening van verschillende tentoonstellingen hierbij uitgebreid stil gestaan. 

Foto: Gerrit Jan Flim (links) en Heike Kamerlingh Onnes bij de installatie voor vloeibaar helium. Foto Leiden Institute of Physics.

Koudste plekje
Vrijdag 10 juli 1908 was een zeer middelmatige zomerdag. Het kwik kwam in De Bilt die dag niet boven de 21 graden en het egaal grijze wolkendek zal zich ook wel uitgestrekt hebben tot boven Leiden. Alles bij elkaar was het weerbericht geheel vergelijkbaar met dat van precies 100 jaar later. Aan de andere kant deed het er eigenlijk niet zo veel toe hoe koud of warm het werd. Leiden had die dag in ieder geval toch het koudste plekje dat er ooit op aarde geweest was: in het laboratorium van Heike Kamerlingh Onnes aan de Steenschuur.
Van der Waals

Kamerlingh Onnes was al sinds 1882 deelnemer aan de internationale race om de koudste temperatuur op aarde te bereiken. ‘Zijn koudeonderzoek was geen doel op zich, maar een middel om een wetenschappelijk programma dat hij had opgesteld, uit te kunnen voeren’, vertelt Dirk van Delft, hoogleraar Materieel erfgoed van de Natuurwetenschappen en directeur van Museum Boerhaave. ‘En hij was daar vanaf zijn aanstelling in Leiden onmiddellijk mee begonnen. Hij wilde de theorie van Johannes Diderik van der Waals toetsen.’ Van der Waals was in 1877 in Leiden gepromoveerd op zijn beroemd geworden verhandeling Over de continuiteit van den gas- en vloeistoftoestand. 
  
Gecontroleerde manier
Van Delft: ‘Wil je de overgang van vloeistof naar gas waarnemen en onderzoeken, dan moet je dat gas wel eerst vloeibaar zien te maken. Bovendien werk je als fysicus het liefst met eenvoudige stoffen, dus geen organische of chemische verbinding met vele soorten atomen, maar iets simpels als zuurstof of stikstof. Juist gassen bestaande uit eenvoudige moleculen worden pas bij extreem lage temperaturen vloeibaar. De overgangstemperatuur van zuurstof (-183º C) en stikstof (-196º C) was al sinds 1877 bekend. Het was voor Kamerlingh Onnes dus niet meer de sport om die gassen vloeibaar te krijgen, maar wel in grote hoeveelheden op een gecontroleerde manier, zodat je er experimenten mee kon doen.’
Joule-Thomsonkoeling
Later kwam ook waterstof (-253º C) in beeld als kandidaat om vloeibaar gemaakt te worden. Dat werd mogelijk met de zogenoemde Joule-Thomsonkoeling die in 1895 werkbaar werd. ‘De Joule-Thomsonkoeling werkt volgens het omgekeerde principe van een fietspomp’, vertelt Peter Kes, hoogleraar Experimentele natuurkunde. ‘Als je een band oppompt worden door het samenpersen van de lucht de slang en het ventiel heet. Als je nu een gas dat eerst onder hoge druk is gebracht, laat uitzetten, wordt het juist heel koud.’ Kamerlingh Onnes bouwde in het laboratorium aan de Steenschuur een fabriek waarmee volgens dit principe gassen steeds kouder gemaakt konden worden.

Absolute nulpunt
In hetzelfde jaar van de Joule-Thomsonkoeling werd voor het eerst helium op aarde aangetoond. Helium is het gas dat Kamerlingh Onnes op 10 juli 1908 met succes vloeibaar maakte. Helium heeft van alle elementen het laagste kookpunt, 4,2 Kelvin, dus ruim vier graden boven het absolute nulpunt (-273,15º C). Van Delft: ‘Kamerlingh Onnes’ doel was niet zozeer om het absolute nulpunt te bereiken, maar om stap voor stap al de gassen vloeibaar te krijgen, die hij voor zijn onderzoek wilde gebruiken. Helium was voor hem koelmiddel en onderzoeksstof tegelijk. Hij wilde de wet van de overeenstemmende toestanden van Van der Waals controleren. En hij wilde zien welke afwijkingen er eventueel optraden en aan de hand van die afwijkingen de wetten bijstellen en iets over de structuur van moleculen en hun onderlinge aantrekkingskracht te weten te komen.’

Spiraalbuis
In het apparaat van Kamerlingh Onnes liep het heliumgas door een spiraalbuis. Aan het eind van de kringloop kwam het uiteindelijk bij een soort prop uit, waar het onder hoge druk doorheen ging en expandeerde. Van Delft: ‘Dan koelt het dus een beetje af en de volgende ronde koelt het weer een beetje meer af. Als je dat maar steeds herhaalt, zakt de temperatuur naar steeds lagere waarden. Van belang daarbij is de kritische temperatuur. Die is voor ieder gas verschillend. Je moet beneden de kritische temperatuur zitten om het vloeibaar te kunnen krijgen.’ Kes: ‘De temperatuur van vloeibaar helium is 4,2 K(elvin) bij een druk van één atmosfeer. Als je die druk verlaagt door de heliumdamp weg te pompen, wordt het op zijn koudst 1,5 K. Kamerlingh Onnes haalde honderd jaar geleden 1,8 K.’

Supergeleiding
Toen Kamerlingh Onnes eenmaal vloeibaar helium had, wilde hij het ook kunnen gebruiken voor zijn experimenten. Daarvoor moest hij het zien over te hevelen naar een apart vat, met voldoende ruimte om er een te onderzoeken preparaat in te hangen. ‘Dat lukte hem in 1911’, zegt Kes. ‘Kort daarna heeft hij in een dun glazen buisje gevuld met bevroren kwik supergeleiding – het wegvallen van de elektrische weerstand in een metaal beneden een voor dat metaal karakteristieke temperatuur – ontdekt.’ De principes van de koeling met vloeibaar helium en supergeleiding worden tegenwoordig veelvuldig toegepast in onder andere MRI-scanners. Door de supergeleiding produceren de enorme elektromagneten in dat apparaat geen warmte, zodat ze kunnen worden gebruikt bij het scannen van levend weefsel.  
  
Sluitstuk
Van Delft: ‘Het vloeibaar maken van helium in 1908 was het sluitstuk van een strak doordachte en met heel veel organisatietalent doorgevoerde megaoperatie. Het stichten van de instrumentmakerschool die technische ondersteuning bood, al die activiteiten om geld los te peuteren: Kamerlingh Onnes was behalve een goed fysicus ook een uitstekend organisator. Allemaal met het doel de koudefabriek te bouwen en helium vloeibaar te maken. Toen hij dat allemaal achter de rug had, kwam de supergeleiding als een geschenk uit de hemel vallen. Enerzijds dat grote planmatige en anderzijds het doen van een totaal onverwachte ontdekking.’

Stapjes
Honderd jaar na Kamerlingh Onnes’ succes doet Leiden nog steeds mee in de race om de laagste temperatuur te bereiken. Alleen gaat het nu niet meer om stappen van hele graden Kelvin, maar om stapjes van milli- en micrograden. Kes: ‘We streven ernaar om het onderzoek de richting op te buigen dat je koude echt nodig hebt om nieuwe fenomenen te onderzoeken.’ Dirk Bouwmeester koelt met een optische methode microspiegeltjes en wil daarbij een zo laag mogelijke uitgangstemperatuur bereiken, terwijl Tjerk Oosterkamp wil gaan onderzoeken hoe eiwitten in een membraan gevouwen zitten. Om de plaats van alle moleculen te kunnen bepalen moet hij zijn experiment ook bij hele lage temperatuur uitvoeren, bij 0,1 milligraad.

(Bron: persbericht Universiteit Leiden)

Tijdens het opruimen van mijn mailbox kwam ik dit persbericht tegen. Het is in het licht van de LHC die binnenkort gestart wordt (10 september) een gedenkwaardig bericht, aangezien men bij het Cern de magneten in de deeltjesversneller afkoelt tot 1,9 Kelvin (-271,1 graden Celcius) zodat de magneten supergeleidend worden. 

woensdag 23 april 2008

Open Access Science de toekomst?

Science 2.0? Vrije toegang tot (rudimentaire) wetenschappelijke onderzoekingen maakt vooruitgang in onderzoek meer productief door de samenwerkingsmogelijkheden, aldus voorstanders van ‘Open Acces Science’.
Tegenstanders vinden juist dat het op het web zetten van voorlopige uitkomsten van onderzoek de mogelijkheden vergroten voor anderen om misbruik te maken van onderzoekingen of plagiaat te plegen en er misschien zelfs de credit voor nemen.
Ondanks de voors en tegens, beginnen de Science 2.0 sites langzaamaan uit te breiden, zoals bijvoorbeeld openwetware.org (MIT) of plosone.org.
Het Web 1.0 (als dat er al ooit geweest is) bestond voor de wetenschap vooral uit makkelijker en sneller veel informatie vergaren door zoeken. Dat zoeken werd oneindig veel vergemakkelijkt. Ik heb zelf nog het vak ‘Bibliotheekvaardigheden’ gehad in 1997 waarbij we leerden hoe we die kaartenbakken moesten gebruiken (het Siso systeem of zoiets? hmm.. ik weet het niet meer)
De afgelopen jaren zijn daar dingen als blogging, tagging en social networking bijgekomen, ook wel Web 2.0. Nu kan iedereen makkelijk online publiceren zonder (noemenswaardige) kennis van HTML of andere codes.
Om begrijpelijke redenen wordt wetenschappelijk onderzoek over het algemeen nog steeds achter gesloten deuren uitgevoerd. Maar wetenschap gebeurt niet alleen door het doen van experimenten, maar ook juist door het bediscussiëren ervan. Bekritiseren, suggesties doen, delen van ideeën en data, dat is toch ook vooral het hart van de wetenschap: fouten opsporen en voortbouwen op werk van collega’s.
Hoe ontstond Open Access Science dan? Door zogenaamde ‘lab notebooks’ online te publiceren. De wetenschapper openbaart op die manier eigenlijk de manieren van denken en werken die geleid hebben tot het uiteindelijke wetenschappelijke artikel. Zo zie je niet alleen de (als het goed is) kloppende uitkomsten, maar ook alle ongepubliceerde dingen die niet gewerkt hebben.
Het begon met openwetware.org. In 2005 begonnen biologie studenten van het MIT die via een wiki 2 verouderde websites up to date wilden brengen. Al snel werd de wiki een plek waar de studenten hun bevindingen van proeven en dergelijke gingen posten. Heel veel how-to’s eigenlijk: hoe DNA te manipuleren, hoe celculturen laten groeien, etc.
Langzaam aan kwamen er steeds meer en meer studenten, ook van buiten, die de wiki’s gingen gebruiken. De meesten belanden er gewoon via google.

Het fijne van wiki’s is dat de geschiedenis volledig wordt opgeslagen, inclusief de datum en tijd van publiceren. Op deze manier is het zelfs veiliger om op deze manier te publiceren, want iedereen kan zien wie wat wanneer gedaan heeft.

maandag 17 maart 2008

Kenniswereld Blog

Omdat ik elke week een X aantal wetenschapsartikelen uitpluis voor een programma op de radio, is het een kleine moeite het uitgeplozene voor meerderen beschikbaar te maken. Bij deze.