Zo ver zijn we helaas nog niet. Men is een oplossing voor dit probleem wel op het spoor en afgekeken van de natuur natuurlijk.
De techniek is simpel: als er een klein gaatje of een scheurtje verschijnt, dan ‘bloed’ er als het ware epoxy-hars naartoe via ingebedde vaten. Zo wordt het gaatje of scheurtje gerepareerd. Als er dan ook nog een verfstof doorheen gemixt wordt, dan is de plaats van de scheur nog makkelijk terug te vinden ook en kan men eventuele grotere reparaties uitvoeren.
Deze simpele techniek, die vergelijkbaar is met hoe bij onszelf schrammen en sneetjes geheeld worden, kan mogelijk overal waar vezelversterkte polymeerstructuren (FRP) gebruikt worden, worden toegepast.
Dit klinkt allemaal vrij simpel, maar waarom blijft de kunsthars vloeibaar? De hardener en de hars zijn van elkaar gescheiden. Als de vezels bereken, lekken de hars en de hardener naar de plaats van de scheur toe, mengen daar en harden uit. Volgens de huidige onderzoekingen zou het materiaal 80 tot 90% van de sterkte terugkrijgen.
Het toevoegen van structuren van vaten aan door de mens gemaakte structuren geeft natuurlijk al snel het gevoel dat er cylon-achtige machines aankomen. Men is inderdaad al bezig met structuren waarbij het vatenstelsel continue stroomt en er dus een constante stroom is van vers reparatiemateriaal.
(Bron: Engineering and Physical Sciences Research Council)
woensdag 21 mei 2008
Abonneren op:
Reacties posten (Atom)
Geen opmerkingen:
Een reactie posten