dinsdag 18 maart 2008
Bij zoogdieren ging het verlies van de dooier hand in hand met de komst van melk
De dooier is de voedselbron voor het zich ontwikkelende wezen in het ei. Bij zoogdieren wordt het embryo gevoed door de navelstreng en later door de moedermelk (buideldieren zijn dan weer een verhaal apart, want daarbij komt het embryo in de buidel terecht om zich daar verder de laven aan melk en verder te groeien).
Melk werd oorspronkelijk gebruikt voor het nathouden van de eieren. De eerste zoogdiereieren hadden een soort van perkamentachtige bedekking die door de moeders door melk gerold werd om ze tegen uitdroging te beschermen.
Dat melk uiteindelijk voedzaam werd, kon men uitvinden door het volgen van een gen wat te maken heeft met het produceren van een proteïne genaamd caseïne.
Onderzoek aan het vogelbekdier heeft laten zien dat ook dit dier caseïneachtige proteïnen bij zich draagt, ondanks dat het beest ook eieren legt. Deze bevindingen wekken de suggestie dat voedende melk ontstaan is in een gemeenschappelijke voorouder van alle zoogdieren, zo’n 310 miljoen jaar geleden.
Het niet meer maken van een dooier in eieren werd waarschijnlijk pas lang nadat zoogdieren begonnen met het aanmaken van melk stopgezet. Dit denkt men omdat alle drie genen voor het aanmaken van een dooier in inactieve vorm terug te vinden zijn in zoogdieren en slechts één is nog actief bij het vogelbekdier (die inderdaad een kleine dooier in zijn eieren aanmaakt).
(bron: PLoS Biology, DOI: 10.1371/journal.pbio.0060063 )
Abonneren op:
Reacties posten (Atom)
Geen opmerkingen:
Een reactie posten